Hefbomen introductie en probleem constateren

Pagina top navigatie elementen

Hefbomen en katrollen

Introductie en probleem constateren

Transcript

LEERKRACHT: Ik ben Arno Doeleman en, eh, ik ben leerkracht van groep 5/6 op basisschool De Arabesk in Arnhem.

LEERKRACHT: Eh, hoe til ik die op?
LEERLING: Met twee handen.
LEERKRACHT: Ja, wat gebruik ik daarvoor? Rutger?
LEERLING: Spieren.
LEERKRACHT: Mijn spieren gebruik ik daarvoor, heel goed. Mijn spieren gebruik ik daarvoor. Waarvoor hebben we nog meer spieren in ons lichaam?
LEERLING: Voor bewegen.
LEERKRACHT: Voor bewegen. Wat beweegt er? Noem eens iets.
LEERLINGEN: Handen.
LEERKRACHT: Handen.
LEERLING: Benen.
LEERKRACHT: Benen. Ik geef de beurt door, Jordy. Waarvoor gebruiken we nog meer onze spieren?
LEERLING: Om te staan.
LEERKRACHT: Ja, om te staan. Maar als je nou helemaal geen spieren hebt, wat gebeurt er dan?
LEERLINGEN: Dan zak je in elkaar.
LEERKRACHT: Jordy?
LEERLING: Dan zak je in elkaar.
LEERKRACHT: Dan zak je in elkaar. Ja.

LEERKRACHT: Vorige week zijn we begonnen met hefbomen. De introductie daarvan. Eh, we zijn begonnen eerst met een verhaaltje over van nou de Egyptenaren die bouwen natuurlijk piramides. Ze hebben de eerste laag neergezet en hoe krijgen ze de tweede laag erop? Zonder gebruik van hijskranen, helikopters, daar hebben ze zelf over na moeten denken kinderen, kort, en daarna hebben we het toegelicht van nou wat is nou een hefboom om, eh, inderdaad de tweede laag erop te krijgen bij de piramide.

LEERKRACHT: Hoe kregen ze die stenen toch nog op de andere laag?
LEERKRACHT: Honderd jaar geleden hebben we gezegd.
LEERLING: Olifant!
LEERLING: Oh, ik weet het! Uithakken en dan doen zo….
LEERLING: Met touw!

LEERLING: Dit zijn dan grote balken (wijst aan op zijn tekening) en die dingen ernaast dat zijn dan de touwen.
LEERLING: Ja, dat bedoel ik, hier (wijst aan op de tekening).
LEERKRACHT: Oké. Dat zijn grote balken (wijst aan op de tekening)? Waar gaan die balken heen?
LEERLING: Die balken die komen uiteindelijk hier zo door die ringen (wijst aan op zijn tekening). En dan gaan ze voor de ringen weer omlaag en dan over het touw.
LEERKRACHT: Oké.

LEERLING: (zet een pen rechtop op tafel) Olifant. (maakt met een pen een boog over de eerste pen) Touw. En hier is de tegel. Je trekt aan het touw, tegel de lucht in.
LEERKRACHT: Oké. Dus hij gaat echt zo (maakt een boog met zijn hand) door de lucht heen, het touw.
LEERLING: Ja.

LEERLING: (wijst aan op zijn tekening) Hetzelfde als deze eigenlijk.
LEERLING: Ja.
LEERLING: Zo (trekt een lijn), zo (trekt nog een lijn).

LEERLING: Je hebt in de lucht een grote ring staan. Die staat vast aan palen. Daar doe je dan touw doorheen. Dat touw doe je aan de andere kant om de steen. Dan kan je met heel veel man kan je zo die steen omhoog trekken.
LEERLING: Of vrouwen.
LEERLING: Of vrouwen.
LEERKRACHT: Rutger zegt met een balk en een touw over de balk ofzo als ik het een beetje goed begrijp.
LEERLING: Nee, een beetje door de cirkel.
LEERKRACHT: Hè?
LEERLING: Die doe je dan bijvoorbeeld zo (doet voor) door, die doe je dan bijvoorbeeld zo door de cirkel of ergens door iets heen.

LEERKRACHT: Deze boomstammen gebruiken we als hefbomen. Hefbomen zorgen ervoor dat je met minder kracht toch nog iets heel zwaars op kan tillen. Hoe deden ze dat nou? Hoe noemden we dat, met die boomstam?
LEERLING: Hefboom.
LEERKRACHT: Ja, hefbomen. Wie heeft er verder al eens een keertje iets gehoord of gezien over een hefboom? Heb je weleens een hefboom gezien?
LEERLING: Bij een wip, dan gaat ie naar beneden en naar boven (doet voor met haar arm).
LEERKRACHT: Kost het jou veel kracht om iemand, als jij op de wip zit?
LEERLING: Nee.
LEERKRACHT: Nee, dus dat hebben ze dus ook bedacht met die stenen, om een soort wipwap te bedenken waardoor die stenen dus heel makkelijk omhoog gaan.

Omschrijving

In dit fragment zie je een stukje uit de eerste les van de lessenserie ‘Hefbomen’ voor groep 5/6. De leerkracht voert een gesprekje met de leerlingen over de functie van spieren. Voor tips over hoe je op een goede manier dit gesprek met de leerlingen kunt voeren, klik je hier. Vervolgens bedenken de leerlingen in groepjes hoe de Egyptenaren de stenen voor de piramides op de goede plek konden krijgen. De getekende ideeën worden klassikaal besproken. Uiteindelijk komt het begrip hefbomen aan de orde.

Lesbeschrijving gehele lessenserie Hefbomen en katrollen

Kijkwijzer

1) De kinderen bespreken in groepjes hoe de Egyptenaren volgens hen piramides bouwden. Zie je hoe de leerkracht alleen vragen stelt om de leerlingen op weg te helpen, maar zijn eigen ideeën niet naar voren brengt? Dit doet hij om kinderen zoveel mogelijk tot het exploreren van de situatie te brengen (1:05-1:50).

2) Leerling Rutger vertelt hoe volgens hem de stenen opgehesen konden worden. Zie je hoe de leerkracht feedback geeft (2:10-2:24)? Hij probeert samen te vatten wat Rutger zegt en vraagt na of dit klopt: ‘Rutger zegt met een balk en een touw over de balk ofzo, als ik het een beetje goed begrijp.’ Hiermee ‘vertaalt’ hij de inbreng van Rutger voor de groep zodat het voor alle kinderen duidelijk wordt. Door na te vragen of het klopt wat hij samenvat geeft de leerkracht Rutger weer de gelegenheid om een betere uitleg te geven.

3) Aan het eind van het fragment leest de leerkracht een definitie van het begrip ‘hefboom’ voor (2:25-3:02). Zie je dat de leerkracht daarna het begrip ‘hefboom’ een paar keer achter elkaar gebruikt en de leerlingen concrete voorbeelden laat bedenken? In de woordenschatdidactiek wordt dit het semantiseren genoemd: betekenis geven. In de volgende lessen zal het begrip ‘hefboom’ regelmatig terugkomen (consolideren).

Opdracht
Wissel uit:
a. De kinderen gaan in het eerste fragment actief aan de slag met het thema ‘hefbomen’.  Bedenk samen een aantal redenen voor de betrokkenheid van de kinderen.
b. Lees onder taal & interactie hoe een leerkracht door het bieden van taalruimte en het stellen van open vragen de leerlingen kan stimuleren om taal te gebruiken. Bekijk het transcript of het filmpje. Welke open vragen stelt de leerkracht? Zie je ook momenten waarop de leerkracht taalruimte biedt aan de leerlingen?  Wat is de reactie van de leerlingen?

lesfasen